Design Sprint methode

De Design Sprint methode is een uniek en intensief proces van (meestal) een werkweek voor het valideren van ideeën en het oplossen van fundamentele vraagstukken binnen een organisatie. Dit wordt gedaan door het ontwerpen en bouwen van een prototype en dat samen met klanten te testen.

Op maandag breng je het probleem in kaart. Op dinsdag schets je zo veel mogelijk innovatieve oplossingen. Op woensdag weeg je de voor- en nadelen van de geschetste oplossingen en bepaal je welke het sterkst zijn. Op donderdag bouw je een realistisch prototype van de beste oplossing. En op vrijdag test je dat prototype met vijf klanten uit je doelgroep.

Daarmee is het alsof je met de Design Sprint vooruit spoelt naar de toekomst: je kunt zien hoe klanten reageren, nog voordat je veel tijd en geld hebt geïnvesteerd in het creëren van een nieuw product, dienst of marketingcampagne.

Wat heb je nodig voor een Design Sprint?

• Een multifunctioneel team met daarin alle functies die je nodig hebt om het probleem op te lossen. Iedereen die nodig is om een besluit te nemen, zou aan boord moeten zijn.
• Tijd: gedurende de Design Sprint werkt het team enkel en alleen aan de sprint. Dat betekent dat een volledige werkweek geblokt moet worden in de agenda’s van de teamleden.
• Een facilitator, die de tijd en voortgang van het team bijhoudt
• Een ruimte waarin samengewerkt kan worden (tip: vraag teamleden hun elektronische apparaten buiten te laten, zodat ze niet afgeleid kunnen worden)
• Voldoende post-its, white boards en stiften

De Design Sprint methode is een heel gestructureerde manier om een probleem op te lossen. De verschillende fases liggen vast, evenals de specifieke technieken die gebruikt worden in elke fase. De Design Sprint is daarmee gemakkelijk te begrijpen en snel te leren. In Design Thinking zien we dezelfde fases terug als in de Design Sprint – Empathize, Define, Ideate, Prototype, Test -, maar in tegenstelling tot de Design Sprint kent Design Thinking talloze tools en technieken die in al de vijf fases gebruikt kunnen worden.

Design Thinking is daarmee zowel een methode voor probleemdefinitie als probleemoplossing. Design Sprints daarentegen zijn puur een methode voor probleemoplossing. Om het maximale resultaat te halen uit een Design Sprint moet begonnen worden met een heldere, goed omschreven uitdaging. Het gaat vaak mis als teams de Design Sprint proberen te gebruiken om te definiëren of te beslissen welk probleem opgelost moet worden.

Design Sprint in het kort

• De gebruiker staat centraal. Het hele proces van de Design Sprint is gericht op de gebruiker. Producten en diensten worden gebouwd op basis van een goed begrip van de wensen en behoeften van de gebruiker en op de laatste dag van de sprint wordt direct feedback gevraagd aan de gebruiker.
• De Design Sprint methode houdt rekening met alle perspectieven. Om een probleem op te lossen wordt iedereen die daarbij belangrijk is op één plek verzameld. Het proces ondersteunt samenwerking tussen afdelingen, en gaat het werken in silo’s tegen.
• Het is efficiënt en effectief. Een vijfdaagse sprint dwingt het team om te focussen en toe te werken naar iets realistisch tegen het einde van de week.
• Leer snel, faal snel. De sprint helpt om vooraf een duidelijke visie van de doelstellingen te krijgen. Het dwingt het team om kritische beslissingen te nemen en complexe problemen snel op te lossen. De bonus? Door te focussen op de juiste dingen, kunnen producten en diensten sneller op de markt gebracht worden.